Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·haal·de

Werkwoord

vervoeging van
onthalen

onthaalde

  1. enkelvoud verleden tijd van onthalen
    • Ik onthaalde. 
    • Jij onthaalde. 
    • Hij, zij, het onthaalde. 
  2. verbogen vorm van onthaald, voltooid deelwoord van onthalen