ontgingen
- ont·gin·gen
vervoeging van |
---|
ontgaan |
ontgingen
- meervoud verleden tijd van ontgaan
- Wij ontgingen.
- Jullie ontgingen.
- Zij ontgingen.
- Wij ontgingen.
- Het woord ontgingen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.