• ont·dek
vervoeging van
ontdekken

ontdek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontdekken
    • Ik ontdek. 
  2. gebiedende wijs van ontdekken
    • Ontdek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontdekken
    • Ontdek je?