Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·juis·te

Bijvoeglijk naamwoord

onjuiste

  1. verbogen vorm van de stellende trap van onjuist
     Het is een tegelcliché, maar toch ook waar. Er is geen juiste of onjuiste manier.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers