ongecontroleerder

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ongecontroleerder    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·ge·con·tro·leer·der

Bijvoeglijk naamwoord

ongecontroleerder

1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van ongecontroleerd

Gangbaarheid

• Het woord ongecontroleerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.