Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·zet·te

Werkwoord

vervoeging van
onderzetten

onderzette

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van onderzetten
    • ... dat ik onderzette. 
    • ... dat jij onderzette. 
    • ... dat hij, zij, het onderzette.