• on·der·staat
vervoeging van
onderstaan

onderstaat

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderstaan
    • ... dat jij onderstaat. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderstaan
    • ... dat hij onderstaat. 
vervoeging van
onderstaan

onderstaat

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderstaan
    • Jij onderstaat. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderstaan
    • Hij onderstaat. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van onderstaan
    • Onderstaat!