• on·der·schep·te
vervoeging van
onderscheppen

onderschepte

  1. enkelvoud verleden tijd van onderscheppen
    • Ik onderschepte. 
    • Jij onderschepte. 
    • Hij, zij, het onderschepte. 
  2. verbogen vorm van onderschept, voltooid deelwoord van onderscheppen