onderlig
- on·der·lig
vervoeging van |
---|
onderliggen |
onderlig
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderliggen
- ... dat ik onderlig.
- Het woord onderlig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
onderliggen |
onderlig