onderbroeken
- on·der·broe·ken
de onderbroeken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord onderbroek
- ▸ De meisjes werden gek, schreeuwden onophoudelijk en gooiden kleren op het podium. Zelfs onderbroeken, werd er beweerd.[1]
- Het woord onderbroeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767