onbetwiste

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onbetwiste    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·be·twis·te

Bijvoeglijk naamwoord

onbetwiste

1. verbogen vorm van de stellende trap van onbetwist

   ▸ Ze waren de onbetwiste heerseressen van de barakken en hielden zonder problemen een twintigtal kerels onder de duim, hoe naar liefde snakkend die zich ook konden gedragen na meerdere maanden in de bergen.

Gangbaarheid

• Het woord onbetwiste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.