omkruipt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·kruipt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omkruipen |
omkruipt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkruipen
- ... dat jij omkruipt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkruipen
- ... dat hij omkruipt.
vervoeging van |
---|
omkruipen |
omkruipt