omkieperden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omkieperden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·kie·per·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omkieperen |
omkieperden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van omkieperen
- ...dat wij omkieperden.
- ...dat jullie omkieperden.
- ...dat zij omkieperden.
- ...dat wij omkieperden.