• om·kaadt
vervoeging van
omkaden

omkaadt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkaden
    • Jij omkaadt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkaden
    • Hij omkaadt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omkaden
    • Omkaadt!