omkaadden
- om·kaad·den
vervoeging van |
---|
omkaden |
omkaadden
- meervoud verleden tijd van omkaden
- Wij omkaadden.
- Jullie omkaadden.
- Zij omkaadden.
- Wij omkaadden.
- Het woord 'omkaadden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
vervoeging van |
---|
omkaden |
omkaadden