Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·gooi·de

Werkwoord

vervoeging van
omgooien

omgooide

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omgooien
    • ... dat ik omgooide. 
    • ... dat jij omgooide. 
    • ... dat hij, zij, het omgooide.