• IPA: /ɔdɛʃla/
  • ode·šla

odešla

  1. vrouwelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord odejít
  2. onzijdig derde persoon meervoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord odejít
  3. vrouwelijk enkelvoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord odejít
  4. onzijdig meervoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord odejít