oddal
oddal
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van oddalić
- IPA: /ɔddal/
- od·dal
oddal
- mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord oddat
- mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord oddat
oddal
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het perfectieve werkwoord oddálit