oddal

  1. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van oddalić


  • od·dal

oddal

  1. mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord oddat
  2. mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord oddat

oddal

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het perfectieve werkwoord oddálit