odcházela
- IPA: /ɔtxaːzɛla/
- od·chá·ze·la
odcházela
- vrouwelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord odcházet
- onzijdig derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord odcházet
- vrouwelijk enkelvoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord odcházet
- onzijdig meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord odcházet