obligatorischer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  obligatorischer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• obli·ga·to·ri·scher

Bijvoeglijk naamwoord

obligatorischer

1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van obligatorisch

Gangbaarheid

• Het woord obligatorischer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.