noorderbuurtje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- noor·der·buur·tje
Zelfstandig naamwoord
het noorderbuurtje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord noorderbuur
Woordafbreking
- noor·der·buurt·je
Zelfstandig naamwoord
het noorderbuurtje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord noorderbuurt