noodzaakten
- Geluid: noodzaakten (hulp, bestand)
- nood·zaak·ten
vervoeging van |
---|
noodzaken |
noodzaakten
- meervoud verleden tijd van noodzaken
- Wij noodzaakten.
- Jullie noodzaakten.
- Zij noodzaakten.
- Wij noodzaakten.
- Het woord noodzaakten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.