nieuwigheidje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  nieuwigheidje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• nieu·wig·heid·je

Zelfstandig naamwoord

het nieuwigheidje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nieuwigheid

Gangbaarheid

• Het woord nieuwigheidje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.