Deens

Woordafbreking
  • net·tet

Werkwoord

nettet

  1. tegenwoordige tijd van nette

Zelfstandig naamwoord

nettet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van net


Noors

Woordafbreking
  • net·tet
Naar frequentie 3264

Werkwoord

nettet

  1. tegenwoordige tijd van nette
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

nettet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van nett


Nynorsk

Woordafbreking
  • net·tet

Zelfstandig naamwoord

nettet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van nett