negenhonderdtachtigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·tach·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de negenhonderdtachtigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord negenhonderdtachtig

Gangbaarheid