negenhonderdnegentigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·ne·gen·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de negenhonderdnegentigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord negenhonderdnegentig

Gangbaarheid