negativistischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ne·ga·ti·vis·ti·schers
Bijvoeglijk naamwoord
negativistischers
- partitief van de vergrotende trap van negativistisch
Gangbaarheid
- Het woord 'negativistischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.