neerpoot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- neer·poot
Werkwoord
vervoeging van |
---|
neerpoten |
neerpoot
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerpoten
- ... dat ik neerpoot.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerpoten
- ... dat jij neerpoot.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerpoten
- ... dat hij neerpoot.
Gangbaarheid
- Het woord neerpoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.