• neeg
vervoeging van
nijgen

neeg

  1. enkelvoud verleden tijd van nijgen
    • Ik neeg. 
    • Jij neeg. 
    • Hij, zij, het neeg. 
30 % van de Nederlanders;
20 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be