navázala
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /navaːzala/
Woordafbreking
- na·vá·za·la
Werkwoord
navázala
- vrouwelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord navázat
- onzijdig derde persoon meervoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord navázat
- vrouwelijk enkelvoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord navázat
- onzijdig meervoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord navázat