naturalistischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·tu·ra·lis·ti·schers
Bijvoeglijk naamwoord
naturalistischers
- partitief van de vergrotende trap van naturalistisch
Gangbaarheid
- Het woord 'naturalistischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.