naspoor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·spoor
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nasporen |
naspoor
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nasporen
- ... dat ik naspoor.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
vervoeging van |
---|
nasporen |
naspoor