nabloedden
- Geluid: nabloedden (hulp, bestand)
- na·bloed·den
vervoeging van |
---|
nabloeden |
nabloedden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van nabloeden
- ...dat wij nabloedden.
- ...dat jullie nabloedden.
- ...dat zij nabloedden.
- ...dat wij nabloedden.
- Het woord nabloedden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.