naamtekent
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: naamtekent (hulp, bestand)
Woordafbreking
- naam·te·kent
Werkwoord
vervoeging van |
---|
naamtekenen |
naamtekent
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naamtekenen
- Jij naamtekent.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naamtekenen
- Hij naamtekent.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van naamtekenen
- Naamtekent!
Gangbaarheid
- Het woord naamtekent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.