muramos
vervoeging van |
---|
morir |
muramos
- aanvoegende wijs eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van morir
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van morir
vervoeging van |
---|
morirse |
muramos
- aanvoegende wijs eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van morirse
- gebiedende wijs (ontkennend) eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van morirse
vervoeging van |
---|
murar |
muramos
- eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van murar
- eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van murar
- muramos in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española