moraliseert
- Geluid: moraliseert (hulp, bestand)
- mo·ra·li·seert
vervoeging van |
---|
moraliseren |
moraliseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moraliseren
- Jij moraliseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moraliseren
- Hij moraliseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van moraliseren
- Moraliseert!