Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moordt

Werkwoord

vervoeging van
moorden

moordt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moorden
    • Jij moordt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moorden
    • Hij moordt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van moorden
    • Moordt!