Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·sta

Werkwoord

vervoeging van
misstaan

missta

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misstaan
    • Ik missta. 
  2. gebiedende wijs van misstaan
    • Missta! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misstaan
    • Missta je?