• mis·noegt
vervoeging van
misnoegen

misnoegt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misnoegen
    • Jij misnoegt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misnoegen
    • Hij misnoegt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van misnoegen
    • Misnoegt!