mishoorden
- Geluid: mishoorden (hulp, bestand)
- mis·hoor·den
vervoeging van |
---|
mishoren |
mishoorden
- meervoud verleden tijd van mishoren
- Wij mishoorden.
- Jullie mishoorden.
- Zij mishoorden.
- Wij mishoorden.
- Het woord mishoorden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.