Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·drijft

Werkwoord

vervoeging van
misdrijven

misdrijft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misdrijven
    • Jij misdrijft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misdrijven
    • Hij misdrijft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van misdrijven
    • Misdrijft!