meetroonden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meetroonden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mee·troon·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meetronen |
meetroonden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van meetronen
- ...dat wij meetroonden.
- ...dat jullie meetroonden.
- ...dat zij meetroonden.
- ...dat wij meetroonden.