meesmokkelden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mee·smok·kel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meesmokkelen |
meesmokkelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van meesmokkelen
- ...dat wij meesmokkelden.
- ...dat jullie meesmokkelden.
- ...dat zij meesmokkelden.
- ...dat wij meesmokkelden.
Gangbaarheid
- Het woord meesmokkelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.