• mee·luis·tert
vervoeging van
meeluisteren

meeluistert

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeluisteren
    • ... dat jij meeluistert. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeluisteren
    • ... dat hij meeluistert.