meehuilt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  meehuilt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mee·huilt

Werkwoord

vervoeging van
meehuilen

meehuilt

1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meehuilen
   

   • ... dat jij meehuilt. 

2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meehuilen
   

   • ... dat hij meehuilt. 

Gangbaarheid

• Het woord meehuilt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.