meehuilde
- mee·huil·de
vervoeging van |
---|
meehuilen |
meehuilde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van meehuilen
- ... dat ik meehuilde.
- ... dat jij meehuilde.
- ... dat hij, zij, het meehuilde.
- ... dat ik meehuilde.
- Het woord meehuilde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.