meegeniet
- mee·ge·niet
vervoeging van |
---|
meegenieten |
meegeniet
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meegenieten
- ... dat ik meegeniet.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meegenieten
- ... dat jij meegeniet.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meegenieten
- ... dat hij meegeniet.
- Het woord meegeniet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.