maximeer
- maxi·meer
vervoeging van |
---|
maximeren |
maximeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maximeren
- Ik maximeer.
- gebiedende wijs van maximeren
- Maximeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maximeren
- Maximeer je?
- Het woord maximeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.