masseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mas·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
masseren |
masseerde
- enkelvoud verleden tijd van masseren
- Ik masseerde.
- Jij masseerde.
- Hij, zij, het masseerde.
- Ik masseerde.
vervoeging van |
---|
masseren |
masseerde