maskinen
- ma·ski·nen
Naar frequentie | 2944 |
---|
maskinen, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van maskine
- ma·ski·nen
Naar frequentie | 2559 |
---|
maskinen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van maskin
- ma·ski·nen
maskinen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van maskin
- mas·ki·nen
maskinen, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van maskin