• ma·ski·nen
Naar frequentie 2944

maskinen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van maskine


  • ma·ski·nen
Naar frequentie 2559

maskinen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van maskin


  • ma·ski·nen

maskinen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van maskin


  • mas·ki·nen

maskinen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van maskin